Het begin
Een groot stationsgebouw voor het nog kleine dorp Hilversum
In 1874 krijgt Hilversum een spoorwegverbinding met een bijbehorend stationsgebouw. Een groot gebouw voor het nog kleine schapendorp Hilversum. Het maakt Hilversum direct een belangrijke verbindingsplaats tussen diverse steden.
De groei van het dorp zorgt voor drukte op de wegen. De centrumring van Hilversum creëert een afstand tussen het Hilversumse centrum en het station. De aanleg van de Schapenkamp, een druk verkeerspunt door het centrum, maakt in de jaren zeventig van de vorige eeuw de scheiding zelfs nog groter.
Van een goede verbinding tussen station en centrum komt het in de daaropvolgende decennia nooit. Het stationsgebouw kreeg vaak een nieuw ontwerp. De historische overkapping van het tweede perron uit 1892 blijft bewaard en houdt ook nu nog wachtende treinreizigers droog. Buiten het centrum zijn inmiddels meerdere wijken bijgebouwd. Ook vestigden nieuwe (media)bedrijven zich in de stad. Daarom was én is het belangrijk dat het stationsgebied voortdurend met de stad meegroeit.
Het maakt Hilversum direct een belangrijke verbindingsplaats tussen diverse steden.
Heden
Het Stationsgebied van nu
Op de plek waar je nu staat vindt de komende jaren een enorme verandering plaats. We vernieuwen en ontwikkelen het gebied rondom het station van saai en grauw doorgangsgebied tot levendig, groen en veilig centrumgebied voor iedereen. Het wordt het kloppende hart van de stad: Stationshart Hilversum. Een gebied dat past bij Hilversum mediastad. Op dit moment wordt er al druk gewerkt, gesloopt en gebouwd in het Stationshart. Dit zijn vooral werkzaamheden ter voorbereiding voor de start van de eerste ontwikkelingen.
Op dit moment vertrekken de bussen in het Stationsgebied vanaf een tijdelijk busstation. Een nieuw, groen en duurzaam busstation is in de maak. Het busstation in Hilversum wordt het regionale busstation met bijna volledig elektrisch busvervoer. Hierdoor is de uitstoot van gassen en geluid vele malen minder dan in de huidige situatie. De overkapping van het busstation wordt een echte blikvanger.
Toekomst
Stationshart Hilversum brengt je dichterbij
Ik heb al vele gedaanten gekend. Ik ben vaak verbouwd, verplaatst, gesloopt, heringericht. Ik herinner me de koetsen, de geur van paarden, de komst van bussen, taxi’s en treinen. Ik herinner me de aanleg van de wegen om mij heen, het stationsplein dat steeds van vorm veranderde, steeds minder op een plein begon te lijken. Ik herinner me alle mensen die door me heen reisden. Hun voetstappen, stemmen en dromen.
Ik herinner me alle mensen die door me heen reisden. Hun voetstappen, stemmen en dromen.
Ook ik heb dromen. Ik droom van een stad die leeft. Van water, bomen, ruisend blad. Van leefbaarheid, levendigheid, gezelligheid én veiligheid. Van duurzaam en dynamisch. Van een gastvrije stationstunnel, geen donkere spelonk onder het spoor. Ik droom van een station met enkel voorkanten, geen achterkant. En dat ik verbind: Centrum met Oost, jong met oud, knusheid met levendigheid. Het dorp Hilversum met de mediastad die we zijn.
Er komen prettige woningen. Straten, lanen, pleinen en brinkjes vormen mijn kern. Het centrum schuift naar mij toe en verbindt zich via mij met wijken aan alle zijden van het spoor. Het wordt straks één geheel. Ik stel me de mensen voor die door me heen zullen stromen: ondernemers onderweg naar hun zaak, bewoners op weg naar huis, mensen die elkaar ontmoeten op mijn pleintjes, dagjesmensen reizend naar de bossen en heidevelden met de grazende schapen verderop.
Aan de centrumzijde onder het Stationsplein komt een gloednieuwe stalling voor ongeveer 5.000 fietsen en aan de kant van het Oosterspoorplein komt er in de toekomst een nieuwe stalling met ten minste 2.000 plekken. Het busstation wordt vernieuwd en de centrumring wordt verlegd zodat het verkeer goed en veiliger kan doorrijden, en het marktplein en het centrum beter met elkaar verbonden worden. Ook sluiten de Kleine Spoorbomen eind 2024 om de verkeersveiligheid te vergroten
De mooiste dromen doen er jaren over om uit te komen. Ik weet: bouwen gaat gepaard met overlast. Maar als ik straks ‘af’ ben, ben ik niet langer van beton, maar van glas. Ben ik niet grijs, maar groen. Dan wil je niet zo snel mogelijk door mij heen en van mij af, dan is het fijn om door me heen te reizen, hier te wonen, verblijven, op terrassen neer te strijken. Wie over tien jaar het station uitloopt, aan welke kant dan ook, staat midden in de stad. Ik verheug me vast. Ik ben er al bijna. Ik ben er altijd al geweest.