Het beeld, ook vaak ‘De handen’ genoemd, wordt eind dit jaar definitief uit het stationsgebied verplaatst en krijgt een plek in het stadspark Vitushof.
Verplaatsing naar stadspark Vitushof
In het ontwerp van het vernieuwde Stationsplein is geen mogelijkheid om het kunstwerk terug te plaatsen. In het stadspark Vitushof kan het kunstwerk een permanente plek krijgen binnen het monumentale park. Het park, dat de herinnering draagt aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, is een plek van bezinning, herdenking en respect. De geschiedenis is hier tastbaar en voelbaar, en het park biedt de waardevolle gelegenheid om verdraagzaamheid, een essentieel fundament van vrede, zichtbaar en bespreekbaar te maken.
Zinloos geweld
In 1986 kwam Michael John Poyé uit Huizen op het Stationsplein in Hilversum door zinloos geweld om het leven. Naar aanleiding van zijn dood zijn er twee herdenkingskunstwerken gemaakt: een plaquette op het voormalige GAK-gebouw en het kunstwerk ‘Verdraagzaamheid’ op het Stationsplein. Het kunstwerk is een initiatief van vrienden van Michael Poyé dat is gemaakt door Edo van Tetterode. De plaquette op het GAK-gebouw is al met de sloop van het gebouw verwijderd en bewaard. Deze komt straks terug in het toekomstige bouwblok, op dezelfde locatie als het voormalige GAK-gebouw.
Tijdelijke herdenkingsplaats
Wethouder Floris Voorink (projectwethouder stationsgebied): “Aan het eind van dit jaar wordt het beeld ‘Verdraagzaamheid’ verplaatst en de herdenkingsplaquette uit het GAK-gebouw wordt pas over enkele jaren herplaatst. Om de nabestaanden van Michael Poyé in de tussentijd toch in de gelegenheid te stellen om hem in het stationsgebied te kunnen herdenken, is een tijdelijke herdenkingsplaats ingericht tussen het stationsgebouw en het Sociaal Plein. Daar is naast een bankje een plaquette geplaatst waarvan het ontwerp is ontleend aan het beeld met de handen. Het ontwerp en de locatie ervan zijn in overleg en samenwerking met de nabestaanden gekozen en de plaquette blijft de komende vijf jaar op deze plek aanwezig.”