Al meer dan anderhalve eeuw kampt Hilversum met de vraag hoe de stadsdelen oost en het centrum beter met elkaar verbonden kunnen worden. Dit vraagstuk speelt ook een belangrijke rol bij de geplande vernieuwing van het gebied rondom het station.
Een eerste poging tot verbinding werd al in 1910 ondernomen met de aanleg van een voetgangersbrug. Hoewel deze brug een fysieke link tussen de stadsdelen vormde, werd zij nooit écht omarmd door de inwoners en reizigers. Dit is het verhaal van een vergeten brug: een constructie die niemand écht wilde, maar er toch kwam – en maar liefst 50 jaar bleef staan.
Rond de overgang van de 19e naar de 20e eeuw beleefde Hilversum een ware groeispurt. Tussen 1880 en 1910 explodeerde het aantal inwoners met meer dan 200 procent. Ook de wijk ‘Over ’t Spoor’, aan de oostkant van het spoor, ontwikkelde zich razendsnel. Nieuwe industriële bedrijven zorgden voor werkgelegenheid en trokken steeds meer mensen aan. Toch bleef de oostzijde van Hilversum sterk afhankelijk van het stadscentrum.
Die verbinding met de rest van Hilversum was alleen verre van ideaal. De overweg tussen het Stationsplein en de Larenseweg was niet alleen een logistieke uitdaging, maar ook een levensgevaarlijke hindernis. Het kon zomaar meer dan 20 minuten duren voordat men veilig kon oversteken. Wanhopige reizigers grepen soms zelfs naar extreme maatregelen, zoals het kruipen onder of door een stilstaande spoorwegwagon. Al aan het einde van de 19e eeuw stroomden de eerste verzoeken binnen bij de gemeente: "Doe iets aan deze gebrekkige overgang!" Zelfs inwoners van Laren mengden zich in de discussie en stelden voor om een voetgangersbrug te bouwen.
Maar de overweg was niet alleen een fysieke barrière. Het spoor symboliseerde ook een sociale kloof. Aan de oostzijde van het spoor ontstond het beeld van een wijk waar de bewoners financieel minder bedeeld waren. Deze negatieve connotatie maakte de scheiding nog pijnlijker voelbaar. Het gemeentebestuur zag in dat deze tweedeling niet kon blijven bestaan en besloot actie te ondernemen om de verbinding – in elke zin van het woord – te herstellen.
In 1883 deed het gemeentebestuur een ambitieuze poging: het verzocht spoorwegmaatschappij HIJSM om de gevaarlijke overweg bij de Larenseweg te vervangen door een tunnel. Maar HIJSM gaf geen gehoor. Wat volgde was jarenlang gesteggel tussen gemeente en spoorwegmaatschappij, waarbij elk idee om de verbinding te verbeteren strandde, meestal door de torenhoge kosten. Na talloze mislukte plannen bleef er uiteindelijk maar één optie over: een voetgangersbrug. Het was geen favoriet, noch van de gemeente, noch van HIJSM. Toch bleek dit bescheiden, relatief betaalbare voorstel het enige haalbare compromis.
In 1910 begon men met de bouw, en op 10 februari 1914 was het zover: de nieuwe spoorbrug was klaar voor gebruik. Eindelijk was er een verbinding tussen het bruisende centrum en de dynamisch groeiende oostkant van Hilversum. Hoewel het misschien niet de meest droomrijke oplossing was, markeerde de brug een belangrijke stap naar meer verbondenheid in de stad.
Hoewel de brug haar taak vervulde, werd ze al snel onderwerp van kritiek. Haar onhandige ontwerp en weinig charmante uiterlijk riepen bij menig Hilversummer gemengde gevoelens op. Voor forenzen richting Amsterdam of Amersfoort betekende de brug vaak een flinke omweg, en voor ouderen was het telkens weer een pittige uitdaging om de steile treden te trotseren.
Toch vervulde de brug een cruciale rol: ze doorbrak de barrière van het spoor en gaf de bewoners aan de oostzijde toegang tot het centrum en andersom. Voor veel Hilversummers werd het oversteken van de brug een vast onderdeel van hun dag. Met een vleugje gemopper hier en daar – of een zucht van opluchting bovenaan de treden – werd de brug al snel een onmisbaar stukje van het dagelijks leven.
De brug stond niet lang alleen. In 1928 werd een voetgangerstunnel bij de Hooge Larenseweg aangelegd, en een viaduct verrees bij de Johannes Gerardtsweg. Tien jaar later, in 1938, kwam de Beatrixtunnel erbij. Hoewel de brug nooit de harten van de Hilversummers won en bedoeld was als tijdelijke noodoplossing, hield ze het toch maar liefst vijftig jaar vol.
Toen in de zomer van 1964 haar einde naderde, voelde een journalist van de Bussumsche Courant de behoefte om een eerbetoon te brengen aan de vaak verguisde brug. Met een vleugje nostalgie schreef hij:
"Zij staat er nog steeds. De oude getrouwe! Zij heeft zijn tijd allang uitgediend, zichzelf overleefd. Stammend uit het ijzeren tijdperk heeft zij al heel wat schampere opmerkingen over haar hoge ronde rug laten gaan. Maar niets kan haar deren (…) Zij is niet anders dan met voeten getreden. En toch… haar einde is in zicht. Haar diensten zijn voorbij, haar verdiensten niet gehonoreerd."
Eind 1964 werd de brug gesloten en begin 1965 definitief gesloopt. Ze maakte plaats voor moderniseringen van de spoorweginfrastructuur, en zo kwam er een einde aan een hoofdstuk dat met al zijn gebreken toch een halve eeuw geschiedenis had geschreven.
Het gebied rondom station Hilversum staat aan de vooravond van een indrukwekkende transformatie. Wat nu vooral een plek is waar mensen doorheen haasten, wordt straks een levendig stadsgebied. Geen voor- of achterkant meer, maar één uitnodigend station. Of je nu aankomt via het centrum of vanaf de oostzijde, je voelt het meteen: ‘Hier ben ik in Hilversum!’
Het station wordt veel meer dan een praktische verbinding. Hier komen de stad en haar bewoners echt samen. Met de plannen voor het Stationshart halen we het centrum dichterbij, ook voor postcodegebied 1221. Aan de Koninginneweg zorgen nieuwe gebouwen voor een frisse, open uitstraling richting het spoor. Het is een uitnodiging om de verbinding tussen stadsdelen te versterken.
Aan de oostzijde maakt het Bruisend Hart zijn naam waar. Het plein groeit letterlijk de wijk in, zodat de verbinding tussen station, centrum en omliggende buurten nóg sterker wordt. Geen donkere hoeken of onduidelijke ingangen meer: de glazen wand van de stationstunnel wordt doorgetrokken naar de nieuwe stationshal aan de oostzijde voor een lichtere uitstraling.
Wat het eerst opvalt? De pleinen rondom het station worden groener, gezelliger en aantrekkelijker. Hier kom je niet alleen als doorlooproute, maar ga je straks ook naartoe om er te verblijven. Horeca met terrassen, fijne zitplekken en ruimte voor ontmoeting maken het gebied levendig. Het is een plek waar je je op je gemak voelt, of je nu een trein moet halen, afspreekt met vrienden of gewoon wilt genieten van de stad.
De gebouwen in de buurt voegen hier nog iets extra’s aan toe. Een mix van wonen, werken, winkels en horeca zorgt voor een dynamische sfeer, passend bij de energie van Hilversum. Het Bruisend Hart aan de oostzijde en het Stationshart in het centrum worden samen dé entree van de stad.
Met deze plannen zetten we een grote stap. Het stationsgebied wordt een groene, veilige en bruisende plek waar je graag komt – om te reizen, te werken, te wonen of gewoon te zijn. Een plek die Hilversum ademt en waar je trots op bent. Eén station, één stad, één kloppend hart. Welkom in Hilversum!
Bronnen die zijn gebruikt voor dit artikel:
Spilt, Nico, Pelgrim, Egbert en Bary, Edward: Hilversum in vroegere tijden
Streekarchief Gooi en Vechtstreek te Hilversum
Van Aggelen, Kees, Een wijk krijgt vorm: Ontstaansgeschiedenis van Over ’t Spoor 1874-1915,
Hilversum (1874) 1/2. (n.d.).
Bary, Edward, De sloop van station Hilversum: Een monument dat geen monument mocht zijn,
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.